BESLOMMERING, v. (-en), zware zorg, moeite de beslommeringen des levens;
— zich in allerlei beslommeringen steken, zich moeite en zorg veroorzaken;
— vele beslommeringen aan zijn hoofd hebben, velerlei en drukke bezigheden hebben;
— wat eene beslommering geeft zoo'n zaak! hoeveel zorg, geld enz. vereischt ze. Ook (gew.) BESLOMMERNIS, v. (-en).