Gepubliceerd op 02-12-2018

Stoomen

betekenis & definitie

Stoomen - (stoomde, heeft en is gestoomd), stoom, rook opgeven, uitdampen: het kokende water staat te stoomm; zijne tabakspijp laten stoomen ; de lamp stoomt, walmt;

— door stoomkracht gevoerd worden : met volle kracht stoomen;
— met eene stoomboot of een spoortrein of stoomtram reizen: vlug ergens heen stoomen; even naar Amsterdam stoomen;
— snel loopen: waar stoom jij zoo heen ?;
— met stoom bedekken, omgeven, b.v. in ’t dampbad;
— door middel van stoom gaarmaken: rijst, zalm stoomen. STOOMING, v. het stoomen.

< >