SPIRAAL - v. (...ralen), eene vlakke, kromme lijn, die zich volgens eene bepaalde wet om een vast punt slingert en zich hoe langer hoe meer daarvan verwijdert;
—BOOR, v. (...boren), spiraalvormige boor;
—CELLEN, v. mv. plantencellen met spiraals wijze verdikkingen;
—LIJN, v. (-en);
...NEVEL, m. (-s), nevelvlek aan den hemel, eenigszins in spiraalvorm;
—VATEN, o. mv. (plantk.) fijne luchtbuizen in ’t cellenweefsel der planten, die bundelsgewijze als spiralen doorloopen;
—VEER, v. (-en), spiraalvormig gewonden veer.