Reisbed - o. (-den), bed dat men op reis gebruikt: een met lucht gevuld bed, dat men opblaast of met lucht volpompt, als men het gebruiken wil;
...BEDIENDE, m. (-n), bediende dien men laat reizen;
...BELASTING, v. belasting voor reizigers;
...BENOODIGDHEDEN, v. mv. wat men op reis noodig kan hebben;
...BESCHRIJVER, m. (-s),
...BESCHRIJVING, v. (-en), meer of minder romantisch verhaal van eene werkelijke of gefingeerde reis, met alle wederwaardigheden daaraan verbonden;
...BIBLIOTHEEK, v. (...theken), verzameling onderhoudende leesboeken in gemakkelijk formaat, die men op reis meeneemt;
...BILJET, o. (-ten), bewijs van betaling voor eene bepaalde reis;
...BOEK, o. (-en), aanteekenboek op eene reis;
— gids, wegwijzer voor den reiziger;
...BRIEF, m. (...ven), verlof om te reiz n (inz. voor R.-K. geestelijken); een monnik die op reis moet, ontvangt een reisbrief die hem in alle kloosters, inz. in die zijner orde, een tehuis verschaft.