Gepubliceerd op 24-02-2020

Ree

betekenis & definitie

Het begrip ree heeft 6 verschillende betekenissen:

1. ree - ree - v. (-ën), een sierlijk, slank en schuw viervoetig dier (cervus capreolus), tot de herkauwende dieren behoorende, dat in geheel Europa gevonden wordt; het mannetje van deze dieren, de reebok, heeft een kort gewei, dat niet meer dan 3 enden telt; het wijfje daarentegen, de reegeit, heeft geene hoornen.

2. ree - ree - v. (-en), (gew.) greppel, afwateringslootje in ongedraineerde bouwlanden; eene ree schieten, delven;
— (spr.) met hem is geene ree te schieten, er is niets met hem te beginnen, hij wil altijd verkeerd;
— daar kan hij geene ree mee schieten, dat kan hij niet klaar spelen.

3. ree - ree - v. veilige ligplaats voor schepen, zie REEDE.

4. ree - ree - REEDE, bn. (reeder, reedst), gereed, klaar, vaardig; alles ree? is alles in orde?;
— (gew.)

’t is een ree wijf, flinke vaardige vrouw;
— (Zuidn.) in ‘t ree zijn, gereed, klaar zijn.

5. ree - ree - tw. (zeew.) klaar om te wenden; over ree gaan, over stag gaan, door den wind gaan, bij het laveeren of wenden van een schip;
— (gew.) over ree liggen, verward door elkaar liggen; alles over ree halen, alles overhoop halen, in de war brengen.

6. ree - ree - v. (-s), (oliesl.) de horizontaal liggende balken voor en achter de haaien en stampers, waartusschen deze zich op en neer bewegen.