Gepubliceerd op 06-12-2018

SLANK

betekenis & definitie

SLANK - bn. (-er, -st), lang en recht gegroeid : een slanke boom ; slank van lijf en leden ; zijne slanke gestalte komt in die kleeding goed uit;

dat meisje is nogal slank, is betrekkelijk dun van lichaam ;
— herten zijn slanke dieren, dun van lijf en los in de bewegingen;
— slanke pooten, fijn en teer;
— dat paard heeft een slanken hals, lang en dun;
— een slanke toren, die in verhouding tot de breedte vrij lang is ;
— eene slanke letter, in tegenst. met eene ronde Fransche letter. SLANKHEID, v. het slank zijn ; slanke, rijzige gestalte.