Pluizerig bn. (-er, -st), pluisachtig, vol pluisjes : waar ben je geweest: je goed is zoo pluizerig;
— veel pluizen afgevend : juten kleeden bevallen mij niet: zij zijn te pluizerig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: