Synoniemen zoeken
Synoniem van plein
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
plein
plein - geplaveide open ruimte binnen een bebouwde kom, waarop een of meer straten uitkomen. Een verkeersplein of circuit is rond en er komen drie of meer straten op uit; het verkeer rijdt in één richting. Voetgangers kunnen wandelen over de uitgestrekte esplanade. Markten houdt men op een marktplein. Aan de voorkant van grote gebouwen bevindt zich een voorplein. Een brink is langgerekt; dit plein komt voor in Midden- en Oostnederlandse dorpen. Het centrale plein in een oude Griekse stad heette (en heet) een agora. Zie: schoolplein.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
plein
plein - zelfstandig naamwoord
1. open bestrate ruimte tussen gebouwen
♢ er lagen allemaal huizen rond het plein
Zelfstandig naamwoord: plein
het plein
de pleinen
het pleintje