Gepubliceerd op 22-11-2018

Overlaat

betekenis & definitie

Overlaat m. (...laten), (in eene rivier) rechthoekige opening in dunne wanden wier bovenkant gelijk komt met den waterspiegel; (waterbouwk.) een minder hoog gedeelte van een dijk, dat bij hoogen waterstand een groot deel van het water overlaat, afvoert en zoo dijkbreuk op eene plaats lager aan die rivier voorkomt: de Beersche overlaat werkt, laat water op de heide overvloeien; evenzoo een niet bedijkt gedeelte eener rivier; ook een overlaat die het overgevloeide water in eene rivier naar binnen laat: de Bokhovensche overlaat werkt naar binnen, laat het water van de Beersche Maas in het Oude Maasje stroomen.

< >