Gepubliceerd op 22-11-2018

Opstal

betekenis & definitie

Opstal - m. (-len), wat boven den grond gebouwd is, perceel (gebouw) zonder het erf;

recht van opstal zakelijk recht om gedurende zeker aantal jaren op eens anders grond gebouwen en beplantingen te hebben;
— de masten van een schip : de storm bonsde de schepen tegen elkander, dat romp en opstal kraakten;
— drukpers met al wat er toe behoort;
— (Zuidn.) ergens zijn opstal hebben of houden, er verblijven, vertoeven; vaak in ongunstigen zin, om er samenkomsten te houden gevaarlijk voor de goede zeden of de openbare rust. OPSTALLETJE, o. (-s), (scherts.) dat meisje heeft een aardig opstalletje, eene aardige buste, heeft een fraai postuurtje.