Oorzakelijk bn. de oorzaak van iets in zich besluitende: oorzakelijk verband, de betrekking tusschen twee verschijnselen, waarvan het eene de oorzaak is van het andere;
— (sprk.) oorzakelijk zinsverband, waarbij de eene zin de oorzaak (reden of grond) van den inhoud des anderen bevat;
— oorzakelijk voorwerp, dat den persoon of de zaak noemt, die aanleiding geeft tot de werking.