Oogontsteking v. (-en), eene ontsteking aan de oogen;
...OPSLAG, m. de daad van het oog of de oogen op te slaan, één blik: met een (enkelen) oogopslag; bij den eersten oogopslag, dadelijk;
— de tijd tot een oogopslag noodig, oogenblik: in een oogopslag vermoedde zij de waarheid;
...PIJN, v. pijn in de oogen;
...PINK, m. (Zuidn.) oogopslag, oogenblik;
...PINKER, m. (-s), ooghaar.