bn. bw. (-er, -st), (Zuidn.) onwettig;
— (w. g.) niet zoodanig als bij eenig voorschrift der wet is bepaald: een onwettelijk middel om zijn recht te handhaven (b. v. overtuiging van den tegenstander door redeneering) behoeft nog niet een onwettig middel te zijn. ONWETTELIJKHEID,v.