Gepubliceerd op 01-11-2018

Onverstand

betekenis & definitie

o. onwetendheid: wat zoude ons onverstand tot Uw volmaaktheid stijgen l; domheid : hij vreesde dat men zijn oprechtheid zou aanzien voor onverstand;

— dwaasheid, onberedeneerdheid: ’t genie moet vlien vóór bluffend onverstand; het onverstand hebben, de dwaasheid begaan;
— m. (-en), iem. die zich dwaas gedraagt: wat een onverstand ben jij !; hiertoe hebben booswichten en onverstanden samengespannen.