Gepubliceerd op 01-11-2018

Ontstelen

betekenis & definitie

(ontstal, heeft ontstolen), door stelen afhandig maken : iem. een kleinood ontstelen; aan het gezicht ontstelen, aan het oog onttrekken;

ontrooven : hij heeft mij mijn lief ontstolen; (van onstoffelijke zaken) op slinksche wijze ontnemen : Jacob ontstal den zegen aan zijn broeder; iem. zijn tijd ontstelen, op onbescheiden wijze beslag leggen op zijn tijd;
— iem. zijn hart ontstelen, zijne liefde winnen.