Gepubliceerd op 01-11-2018

Ongelukkig

betekenis & definitie

Ongelukkig bn. bw. (-er, -st), in het ongeluk verkeerende, rampspoedig: ik ben onuitsprekelijk ongelukkig; zou er ongelukkiger land zijn dan dat zelfde Turkije?;

— iem. ongelukkig maken, hem in ’t verderf storten;
— een meisje ongelukkig maken, maken dat zij veel verdriet heeft, inz. maken dat zij ongehuwd bevallen moet;
— inz. toegepast op hen die verminkt zijn of gebrek lijden: een aalmoes geven aan een ongelukkige;
— niet gelukkig bij hetgeen men onderneemt: hij was dien avond zeer ongelukkig;
— (spr.) ongelukkig in het spel, gelukkig in de liefde;
— als benaming voor iem. dien men een ongeluk, een mispunt acht: *t is een ongelukkige jongen, niemand mag hem lijden;
— (van zaken) ongunstig, rampspoedig: een ongelukkige samenloop van omstandigheden;
— eene ongelukkige liefde, die niet beantwoord wordt;
— van alles wat eene oorzaak van verdriet is of kan worden : het bleek mij, dat zij zich met deze ongelukkige eerzucht pijnigde;
— (gemeenz.) jammerlijk, ellendig : zou je neef werkelijk op mij verliefd zijn en niet op die ongelukkige effecten, die ik bezit;
— bw. onvoorspoedig: ongelukkig spelen;
— bij ongeval, ongelukkigerwijze: ongelukkig verschillen onze sentimenten wat heel veel. ONGELUKKIGLIJK, bw. (w. g.).