Gepubliceerd op 01-11-2018

Ongedeeld

betekenis & definitie

Ongedeeld bn. niet gemeenschappelijk met iem. anders : een Eden, voor de vreugd geschapen, is, ongedeeld, eene woestenij;

onverdeeld, in zijn geheel blijvende : den éénen, ongedeelden koninklijken wil;
— (plantk.) ongedeeld blad, zonder diepe insnijdingen of afdeelingen;
— onvermengd: een huwelijk, waarin hij nimmer een ongedeeld geluk had kunnen vinden.

< >