Gepubliceerd op 01-11-2018

Onderkoning

betekenis & definitie

m. (-en), ’s konings stedehouder in een van het rijk afhankelijk gewest, de landvoogd, die in naam van den koning daar het bewind voert en in vele zaken souvereine macht heeft: de onderkoning van Ierland, van Britsch Oost-Indië; soms voor den Gouverneur-Generaal in Oost-Indië.

< >