bn. bw. (-er, -st), zich aan iem. ondergeschikt betoonende, bereidwillig om hem te gehoorzamen : iem. onderdanig zijn; uw onderdanige dienaar, inz. als beleefdheidsformule; dienstwillig, nederig, gedwee : ons soort menschen moet onderdanig zijn; een onderdanige brief;
— iem. onderdanig gehoorzaam zijn.