Wat is de betekenis van gehoorzaam?

2023-09-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gehoorzaam

gehoorzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. bereid gehoor te geven aan regels of bevelen Dit kind is niet altijd gehoorzaam als het naar bed gestuurd wordt. gehoorzaam - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gehoorzamen ♢ Ik gehoorz...

2023-09-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gehoorzaam

gehoorzaam - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-hoor-zaam 1. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg ♢ deze leerlingen zijn erg gehoorzaam Bijvoeglijk naamwoord: ge-hoor-zaam ... is gehoorzamer dan ... ...

Direct toegang tot alle 9 resultaten over gehoorzaam?

Word nu vriend van Ensie
2023-09-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gehoorzaam

adj., hear(r)ich.

2023-09-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gehoorzaam

bn.; gehoorzamer, -st (1 willig, bereidwillig, iems. bevelen op te volgen; 2 v. natuurkrachten: onderworpen aan): 1. een kind moet gehoorzaaam zijn; 2. die de winden en het water gebiedt, en zij zijn hem gehoorzaam, Luc. 8 25; nog: Uw gehoorzame dienaar, beleefdheidsformule aan het slot van brieven.

2023-09-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gehoorzaam

bn. en bw.(...zamer,-st) 1. gewillig de bevelen van anderen aanhorend en opvolgend: kinderen moeten (aan) de ouders zijn. ➝ dienaar. Syn. ➝ gedwee. 2. onderworpen: de winden en de zee waren Jezus -.

2023-09-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gehoorzaam

bn. en bw. (-zamer, -st), 1. (eig.) gewillig of bereidwillig zijn bevelen of aanwijzingen op te volgen, m.n. gezegd van kinderen in betrekking tot hun ouders of van mensen in betrekking tot God; abs.: een kind; ook van dieren, m.n. honden en paarden, gezegd: (aan) iemand — zijn; uw gehoorzame dienaar, vroeger beleefdheidsformule aan het slot...

2023-09-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gehoorzaam

GEHOORZAAM, bn. bw. (...zamer, -st), gewillig of bereidwillig de bevelen van een meerdere opvolgende, inz. gezegd van kinderen in betrekking tot hun ouders of van menschen in betrekking tot God men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan de menschen; ook van dieren inz. honden en paarden, gezegd; iem, aan iem. gehoorzaam zijn; — uw gehoorzame dien...

2023-09-27
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Gehoorzaam

zie Inschikkelijk.

2023-09-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Gehoorzaam

Gehoorzaam, bn. en bijw. (...amer, -st), volgzaam, gezeggelijk; uw gehoorzame dienaar, (uitdrukking van beleefdheid aan het slot van eenen brief). *-HEID, v. gmv. volgzaamheid, gezeggelijkheid. *-LIJK, bijw. met gehoorzaamheid. *...ZAMEN, ow. gel. (ik gehoorzaamde, heb gehoorzaamd aan....), doen wat iem. bevolen of gelast wordt, volgzaam zijn. *...