Gepubliceerd op 01-11-2018

Onbestorven

betekenis & definitie

bn. niet bestorven, niet door den dood hunner ouders tot den staat van weezen gebracht, hunne ouders nog in leven hebbende;

— eene onbestorven weduwe, eene vrouw die door haar mans langdurige afwezigheid, uitlandigheid, of door scheiding enz. als ’t ware als weduwe is achtergelaten, ook scherts, bij korte afwezigheid gezegd; een onbestorven weduwnaar, een man, die, ofschoon zijne vrouw nog leeft, toch als weduwnaar te beschouwen is, inz. door langdurige afwezigheid, scheiding enz. van de vrouw; (van bezittingen) niet door versterf aan anderen overgegaan, (w. g.);
— (van vleesch) nog te versch om gegeten te worden : dat vleesch is nog onbestorven en moet een paar dagen liggen eer het gebraden wordt;
— (van metselwerk) nog niet door en door droog en hard geworden : dat metselwerk is nog onbestorven.