bn. niet berouwd, niet door berouw achtervolgd : het onberouwd genot, de nooit-vergalde vreugd, die opwelt uit den schoot der wijsheid en der deugd;
— (spr.) onbezien, onberouwd, wat men niet gezien heeft, daar behoeft men ook geen berouw over te gevoelen; m. a. w. het zekerste middel om berouw te voorkomen, is zich van eene handeling te onthouden.