Gepubliceerd op 01-11-2018

Onbekend

betekenis & definitie

bn. (-er, -st), niet bekend, vreemd : een onbekend persoon; het adres was van eene onbekende hand; wij verzeilden op eene onbekende kust;

— (spr.) onbekend maakt onbemind, wien men niet kent heeft men niet lief, wat men niet kent daar houdt men niet van;
— (spr.) al verloren wat men den onbekende doet of het is den onbekende kwaad deugd doen, het is nutteloos of gevaarlijk een vreemde weldaden te bewijzen, men oogst er geen dank, misschien zelfs ondank, voor in;
— aan niemand bekend (althans in de voorstelling van den spreker): het geboortejaar van Maerlant is onbekend; de oorsprong van dit woord is onbekend;
— onbekend leven, als een vreemdeling te midden zijner omgeving het leven doorbrengen;
— (w. g.) onbekend reizen, onder een aangenomen naam, incognito;
— (spr.) onbekend, onbenijd, wie stil en onopgemerkt leeft, behoeft den nijd van anderen niet te vreezen;
— geen naam gemaakt hebbende: een onbekend schilder, dichter, beeldhouwer; Napoleon was toen nog jong en onbekend;
— eene onbekende grootheid, een onbekend persoon, schertsend gezegd met het denkbeeld dat een ander ten onrechte aan dien persoon eenige waarde hecht;
— aan niemand of slechts aan weinigen bekend, niet of zelden door iem. bezocht: hij doolt in onbekende landstreken; in dat bosch weet ik nog menig onbekend plekje; hij heeft de meest onbekende volken bezocht;
— ergens niet bekend, omdat het er niet gevonden wordt, niet voorkomt, niet aanwezig is : graven en baronnen zijn in Amerika onbekend; gewesten, waar het ongeloof geheel onbekend was;
— (reken- en stelk.) gezocht of berekend moetende worden uit gegeven bekende grootheden : door de laatste letters van *t alphabet (x, y, z) worden de onbekende grootheden aangeduid.