Gepubliceerd op 01-11-2018

Onbedorven

betekenis & definitie

bn. niet door bederf aangetast, in een gezonden staat verkeerend, gaaf, frisch: een onbedorven gestel; dat vleesch is nog onbedorven;

— niet door zonde of zondige hartstochten bedorven, rein, zuiver, onschuldig : een jongen met een onbedorven hart. ONBEDORVENHEID, v.

< >