Gepubliceerd op 01-11-2018

Omtrappen

betekenis & definitie

Omtrappen (trapte om, heeft omgetrapt), omvertrappen, met een trap omversmijten: het paard heeft zijn krib omgetrapt;

— door herhaald trappen omwoelen; de troepen die over de velden zijn gegaan, hebben den grond geheel en al omgetrapt en den oogst vernietigd;
— op iets omtrappen, er op eene ruwe wijze hier en daar op trappen en schoppen; in iets omtrappen, er in ’t wilde hier en daar in trappen.

< >