Omtollen (tolde om, heeft en is omgetold), (w. g.) als een tol omdrijven, als een tol in de rondte bewegen; pas op, ik zal je een draai om je oor en geven dat je er van omtolt; een paar dronken lui, die door de straat omtolden;
— heen en weder loopen te tollen, rondloopen terwijl men met de tol speelt: wat hebben die jongens een pret gehad, ze hebben den heelen middag op het plein omgetold.