Gepubliceerd op 01-11-2018

Omdrijven

betekenis & definitie

omdrijven, (dreef om, is en heeft omgedreven), door de werking van stroom of wind om iets heen gedreven worden : de schuit raakte los en dreef de gracht om; zij waren de kaap al omgedreven;

— door den wind langs den hemel rondgedreven worden : de wolken zijn de lucht omgedreven; de bui is van het Oosten naar het Westen omgedreven;
— her- en derwaarts drijven: het bootje dreef op den vijver om;
— om iets heen drijven : de kudde den heuvel, den berg, de stad omdrijven;
— doen ronddraaien, in de rondte bewegen : het molenrad in de beek wordt door het water omgedreven;
— her- en derwaarts doen drijven; (fig.) omgedreven worden door elken wind van leering, door elke nieuwe leer worden meegesleept;
— langs een omweg drijven : de jongen heeft de koeien een heel eind omgedreven;
— van richting veranderen of doen veranderen : met den wind is ook de bui omgedreven.

< >