v. breedvoerigheid, waarbij men zich op volledigheid en nauwkeurigheid heeft toegelegd, door alle of de belangrijkste bijzonderheden, op het onderwerp betrekkelijk, er aan toe te voegen : het was niet noodig geweest het verhaal eener zoo onbeduidende zaak met zooveel omstandigheid te boeken;
—, mv. (...heden), iets dat eene handeling, een voorval of een toestand vergezelt of er mede gepaard gaat, eene aangelegenheid, die in onmiddellijk verband staat met de zaak, een bijkomend feit, beschouwd als iets dat invloed heeft op de gesteldheid van zaken : eene of andere omstandigheid kon hen beletten daar te komen; eene andere omstandigheid kwam dit vermoeden nog versterken; eene onverwachte omstandigheid kwam hen redden; eene enkele omstandigheid scheidt goed en kwaad vaneen;
— omstandigheden, de verschillende feiten, die eene handeling, een voorval of een toestand vergezellen :
— het hangt van de omstandigheden af, het hangt af van den nog onzekeren loop der gebeurtenissen;
— een samenloop van omstandigheden, het samentreffen van verschillende voorvallen, gebeurtenissen enz., die in vereeniging met elkander eene bepaalde uitwerking hebben;
— een bijkomend feit, beschouwd als eene der bijzonderheden die men kennen moet om de zaak volledig en juist te beoordeelen : dat de zieke over pijn in de zij klaagt, is eene omstandigheid, die men niet moet voorbijzien; ik heb u alles volledig verteld en geene enkele omstandigheid verzwegen;
— (rechtst.) verzachtende of verzwarende omstandigheid, eene bijzonderheid, met een gepleegd misdrijf gepaard gaande, en strekkende om de schuld óf te verzachten óf te verzwaren, ze kleiner of grooter te maken; ik wil uwe jeugd en onbedrevenheid als verzachtende omstandigheid laten gelden;
— de gesteldheid van zaken, in welke iem. zich bevindt, de toestand waarin hij verkeert, zooals die door den loop der gebeurtenissen bepaald is: indien ik wel zal oordeelen over een ander, dan moet ik mij in zijne omstandigheden verplaatsen; bijzondere huiselijke omstandigheden beletten hem aan zijn plan gevolg te geven;
— wat eene omstandigheid ! (welk een staat van zaken !);
— met betrekking tot den toestand, waarin iem. zich bevindt: den staat van zaken in aanmerking genomen : de zieke is naar omstandigheden vrij wel; kraamvrouw en kindje zijn naar omstandigheden redelijk welvarend;
— (in ’t bijz.) met betrekking tot iemands geldelijk vermogen; altijd in ’t mv. : iemands geldelijke omstandigheden; in ruime, gunstige, ongunstige, bekrompen omstandigheden leven;
— met betrekking tot den toestand eener vrouw die zwanger is of in het kraambed ligt; meest in ’t mv. : mijn vrouwtje durft in haar omstandigheden niet meer uit te gaan;
— in gezegende (belangwekkende) omstandigheden zijn (verkeeren), in zwangerschap;
— met betrekking tot handelingen, voorvallen of toestanden: de gesteldheid van zaken, onder welke zij plaats hebben of bestaan, de staat van zaken, zooals die door den loop der gebeurtenissen bepaald is: wat te doen in deze omstandigheden ?; in de gegeven omstandigheden; zich de omstandigheden ten nutte maken; de omstandigheden schijnen ons nu zeer gunstig; het is altijd zaak naar de omstandigheden te oordeelen.