omgraven, (groef om, heeft omgegraven), door graven dooreenwerken, omwerken : graaf de bedden van den tuin goed om;
— in iets omgraven, er in omwroeten met een werktuig; (ook fig.);
— (omgroef, heeft omgraven), (vestingb.) met gegraven werken, grachten, aardwerken omgeven : de bevelhebber heeft de stad doen omgraven. OMGRAVING* v. het omgraven;
— (mv. -en), (vestingb.) verschansing door het graven van grachten en het opwerpen van aardwerken ontstaan.