Wat is de betekenis van verschansing?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verschansing

verschansing - zelfstandig naamwoord uitspraak: ver-schan-sing 1. hindernis of opstelling met een verdedigende taak ♢ vanuit die verschansing werd er op de soldaten geschoten Zelfstandig naamwoord: ver-schan-sing de...

2024-04-25
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Verschansing

Verschansing - tot ca. 80 1oo cm hoogte boven dek doorlopende huid, ter bescherming van de opvarenden. De verschansing is dicht in tegenstelling tot een → reling die open is.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verschansing

s., forskânzing, skâns, bûte(n)wurk (it).

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Verschansing

v. (-en), 1. het verschansen ; 2. sterkte, bewalling, bolwerk ; 3. opstaande wand of hekwerk ter begrenzing van het dek van een schip.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Verschansing

boord rond het opperdek van schepen, bestaande uit enkel huid, plaat of hekwerk. Bij oorlogsschepen gemakkelijk wegneembare ijzeren stutten met ogen, waardoor een lichte staaldraadtros loopt.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

verschansing

v. verschansingen (het verschansen, mil. schans, opgeworpen versterking, reling, hekwerk om een zeeschip).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

verschansing

v. (-en) I. [< verschansen 1] 1. Eig. het verschansen. 2. Metn. bewalling, sterkte, bolwerk. II. [< verschansen 2] hekwerk om een schip.

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verschansing

Verschansing - lichtere voortzetting der scheepshuid boven het bovendek, tot bescherming der bemanning. De v. wordt gesteund door verschansingstutten op dek, op afstanden van ± 1,80 M. en aan den bovenkant verstijfd door hoekijzer, verschansingprofiel of houten lijst.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Verschansing

v. (-en), 1. het verschansen; 2. sterkte, bewalling, bolwerk; 3. reling van een schip.