Gepubliceerd op 01-11-2018

Omdwalen

betekenis & definitie

omdwalen, (dwaalde om, heeft omgedwaald), dwalend omgaan : een heuvel, een berg omdwalen;

— her- en derwaarts gaan, omzwerven : hij dwaalde om langs de heide; het dier dwaalt om door de wei; zich in onzekerheid her- en derwaarts richten, de aandacht niet bij één punt bepalen, maar over allerlei onderwerpen laten gaan: in gedachten verzonken, liet hij zijne oogen over het slagveld omdwalen; met zijne gedachten in het verledene omdwalen. OMDWALING, v. (-en), het omdwalen.

< >