Gepubliceerd op 27-09-2018

Omdoen

betekenis & definitie

Omdoen (deed om, heeft omgedaan), om het lijf of een lichaamsdeel doen: de moeder deed haar kind een doek om; een mantel, een omslagdoek, eene das, een boordje, eene sjerp, een halsketting omdoen;

— (gew.) met den ploeg of de spade omwerken, omploegen, omspitten: het land werd, nadat de tarwe was vervoerd, drie à vier malen omgedaan.