Het begrip das heeft 2 verschillende betekenissen:
1. das - DAS, v. (-sen), halsdoek eene das omdoen, omknoopen;
— (fig.) dit heeft hem de das omgedaan, dit was de aanleiding tot zijne straf, zijn dood enz.; ineengenaaide om den hals of aan het boord bevesigde strik. Dasje, o. (-s);
— een vrouwendasje, fichu.
2. das - DAS, m. (-sen), marterachtig zoogdier (meles taxus), met gedrongen stevigen romp, 75 c.M. lang 4-18 c.M. staart, laag op de pooten; hij leeft zeer eenzelvig;
— zoo vet als een das, zeer vet;
— zweeten als een das, sterk zweeten;
— slapen als een das, vast slapen;
— platte schilderskwast, van dassenhaar vervaardigd;
— ook verkorting van dashond.