Gepubliceerd op 27-09-2018

Nul

betekenis & definitie

v. (-len), (rek.) teeken (0), dat dient om elk cijfer in een getal zijne betrekkelijke waarde te geven: mülioen schrijft men met zes nullen; geen, geen een : als gij er vier weggeeft, hoeveel houdt gij er dan over ? Nul; van nul en geener waarde, volstrekt zonder waarde: hij heeft nul op zijn request gekregen, zijn verzoek is afgewezen; hij is eene nul in het cijfer, hij beteekent niets, hij heeft volstrekt niets in te brengen; het is een groote nul, een dom, onbeduidend persoon;

— die is van het jaar nul, geheel ouderwetsch, geheel uit den tijd, geheel waardeloos;
— nulpunt op den thermometer: tien graden onder nul;
— (muz.) teeken (0) boven eene noot in het generaal-basschrift, dat aanwijst, dat er bij de noot, waarboven het staat, geen accoord moet worden aangeslagen;
— (bij muziek voor strijkinstrumenten) teeken om aan te wijzen, dat de losse snaar moet gestreken worden. NULLETJE, o. (-s).