o. (R.-K.) proeftijd : die inrichting, krachtens welke diegenen, welke in een klooster wenschen te worden opgenomen, vooraf een korteren of langeren tijd
— minstens een jaar
— aan de kloosterregelen worden onderworpen, met vrijlating om gedurende of na het einde van dien proeftijd nog van eene vaste toetreding tot de orde terug te komen.