Gepubliceerd op 14-03-2020

Normaal

betekenis & definitie

Het begrip normaal heeft 2 verschillende betekenissen:

1. normaal - bn. bw. overeenkomstig het voorschrift, naar den regel, regelmatig, gewoon : bij normale ontwikkeling;
hij is niet normaal, van iem. die dronken is, of wiens geestvermogens niet in orde zijn;
— in normalen toestand, behoorlijk, gewoon;
— normale arbeidsdag, welks duur door de wet is vastgesteld;
— het normale verloop eener ziekte, het gewone verloop;
— normaal zand is korrelig, scherp, zuiver en zonder leem;
— normale mortel, mortel uit 1 deel cement en 3 deelen normaal zand bestaande.

2. normaal - v. (...malen), NORMALE, v. (-n), (hoogere meetk.) de lijn, die in het raakpunt op de tangens opgericht en tot aan de lijn der abscissen verlengd wordt;
— normaalschool: een leerling van de normaal.