Gepubliceerd op 27-09-2018

Monnikskap

betekenis & definitie

Monnikskap v. (-pen), hoofdbedekking der monniken;

— beweegbare, met den wind meedraaiende kap op een schoorsteen, gek;
— (plantk.) een vergiftig plantengeslacht, tot de familie der ranonkelachtigen behoorende, naar de kap- of helmvormige gedaante van het bovenste bloemblad (aconitum); ook akoniet en wolfswortel geheeten.

< >