Wat is de betekenis van monnikskap?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Monnikskap

v. (-pen), 1. hoofdbedekking der monniken ; 2. beweegbare, met de wind meedraaiende kap op een schoorsteen, gek; 3. (plantk.) vergiftig plantengeslacht, tot de familie der ranonkelachtigen behorende, naar de kap- of helmvormige gedaante van het bovenste bloemblad zo genoemd (Aconitum), in ’t bijz. A. napellus ; — gele...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

monnikskap

monnikskap - Zelfstandignaamwoord 1. kap van een monnikspij 2. (bouwkunde) met de wind meedraaiende kap op een schoorsteen, een gek 3. (plantkunde) (medisch) Aconitum een geslacht van vaste planten uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae) waarvan de leden zeer giftig zijn en een kapvormig bovenste bloemblad hebben en waarvan sommigen o....

2025-07-17
Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Monnikskap

Of Aconitum: net als bilzekruid (zie aldaar) een buitengewoon giftige plant, veroorzaakt bij juiste dosering jeuk en hallucinaties en wordt om die reden vaak in verband gebracht met heksen (bijvoorbeeld als bestanddeel van heksenzalf). Ook het libido schijnt erdoor aangewakkerd Monnikskap l6l te worden, maar: ‘daarbij kwam het vanwege de moei...

2025-07-17
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Monnikskap

(Aconitum napellus): preparaten uit de wortel worden gebruikt bij pijnverschijnselen als die van trigeminusneuralgie.

2025-07-17
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

monnikskap

hoofbedekking v/d monnike; draaibare kap op skoorsteen; giftige plant.

2025-07-17
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Monnikskap

is een zeer giftige, overblijvende sierplant met violette bloemen (z. Aconitum).

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Monnikskap

s.; (plant), blaumûtske (it), blauskuontsje (it), blauwe seas, seaskeblom, hynders en weintsjes, hynders en seaskes, skuontsjes en toffeltsjes, slofkes en skuontsjes; gele —, giele seas.

2025-07-17
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Monnikskap

(Aconitum), plantengeslacht uit de Ranonkelfam. * Vreemd gevormde, gele bloemen, bovenste der 5 gekleurde kelkbladen kapvormig. Bergplant, in Ned. alleen in Z.-Limburg. Gekweekt met vnl. blauwe bloemen.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

monnikskap

v. -kappen; kap v. e. monnikspij; beweegbare kap op een schoorsteen, gek; plantk. giftplant, zie akoniet.