MANNENHUIS, o. (...huizen), gesticht, waarin (oude) mannen verpleegd worden;
...KLOOSTER, o. (-s), monnikenklooster;
...KOOR, o. (...koren), zangkoor bestaande uit mannelijke leden;
...KRACHT, v. mannelijke kracht; groote kracht: daar is mannenkracht voor noodig;
...LIEFDE, v. liefde van een man;
...MOED, m. mannelijke moed; moed als van een man;
...ROL, v. (-len), rol voor een man (in een tooneelstuk);
...SCHUW, bn. schuw van mannen;
...STAP,m. (-pen);
...STEM, v. (-men), mannelijke stem;
...TAAL, v. krachtige, flinke taal;
...VERTREK, o. (-ken), (bij de oude Grieken) vertrek voor mannen;
...WAARDE, v.;
...WERK, o werk dat de kracht eens mans vereischt;
...ZAAL, v. (...zalen), slaapzaal voor mannen (in een diaconiehuis; enz.);
...ZANGVEREENIGING, v. (-en), die alleen uit mannelijke leden bestaat.