• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Uitgelicht

Woordenboek Marokkaans-Nederlands / Nederlands-Marokkaans

In samenwerking met Amsterdam University Press.

Krijg direct toegang tot dit werk met meer dan 15.000 trefwoorden.

Groot woordenboek der Nederlandsche taal

Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gepubliceerd op 13-09-2018

Huizen

betekenis & definitie

HUIZEN, (huisde, heeft gehuisd), wonen : ergens huizen; met iemand huizen; zij huizen bij elkander; huisvesten, in de uitdr. iemand huizen en hoven, zie HOVEN; (w. g.) huis houden, te werk gaan: de Zweden hebben in die streken slecht gehuisd.

< >

Alsjeblieft
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie!

Gerelateerd

  • Betekenis van Huizen
  • Synoniemen van Huizen
  • Spelling van Huizen
  • Huizen vervoegen
  • Spreekwoorden met Huizen
  • Lukraak woord

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Categorie
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren?
© 2025 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden