HUIZEN, (huisde, heeft gehuisd), wonen : ergens huizen; met iemand huizen; zij huizen bij elkander; huisvesten, in de uitdr. iemand huizen en hoven, zie HOVEN; (w. g.) huis houden, te werk gaan: de Zweden hebben in die streken slecht gehuisd.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk