Gepubliceerd op 19-09-2018

Loon

betekenis & definitie

Loon o. (-en), vergelding (zoowel ten goede, als ten kwade): loon naar werk, vergelding (of betaling) in overeenstemming met den arbeid (de handeling);

dat is zijn verdiende loon, hij krijgt wat hem toekomt;
— (spr.) ondank is ’s werelds loon, overal in de wereld ondervindt men ondank;
— betaling voor verrichten dienst, de vooraf bedongen som waarvoor iem. lichamelijken of geestelijken arbeid verricht: loon trekken, genieten; werken voor een karig loon; iem. zijn loon onthouden;
— (spr.) de arbeider is zijn loon waardig. LOONTJE, o. (-s): boontje komt om zijn loontje, het kwaad loont zijn meester.