Het begrip lijken heeft 4 verschillende betekenissen:
1. lijken - Lijken (lijkte, heeft gelijkt), gelijk, effen maken.
2. lijken - Lijken (lijkte, heeft gelijkt), (zeew.) de zeilen op den wind brassen; een zeil met touwwerk omzoomen.
3. lijken - Lijken (leek, heeft geleken), gelijken op, gelijk zijn aan hij lijkt sprekend op zijn vader; zij lijken op elkaar als twee droppels water;
— dat lijkt er niet naar, dat scheelt veel, er scheelt veel aan, dat gaat niet;
— dat lijkt nergens naar, is geheel verkeerd;
— schijnen: het lijkt wel te regenen, (ook ironisch, als men ziet dat het stortregent);
— hij lijkt wel gek; hij lijkt wel een razende;
— voegen, passen, aanstaan dat huis lijkt mij niet; zoo iets zou mij wel lijken;
— (Z. A.) lijkt u die wijn, bevalt u die wijn, smaakt hij u; ik lijk hem niet, ik houd niet van hem.
4. lijken - Lijken (lijkte, heeft gelijkt), (Zuidn.) een lijk afleggen, in een lijklaken winden.