Gepubliceerd op 19-09-2018

Leiendak

betekenis & definitie

LEIENDAK, o. (-en), een dak met leien (schaliën) bedekt; (fig.) het gaat van een leiendakje, (of) het is alsof het van een leiendakje loopt, hij spreekt zeer vlot, zegt zfin les zonder haperen op, (ook) dit gaat zeer gemakkelijk (men hoort ook van een leien dakje).

< >