KORENAAR, v. (...aren), aar van een korenhalm; (spr.) volle korenaren hangen ’t laagst;
— (sterr.) eene ster van de eerste grootte in het sterrenbeeld de Maagd;
...AARD, m. (Zuidn.) korenland; korenmarkt, zie aard;
...AARVISCH, m. (...visschen), een kleine visch, die in grooten getale voorkomt aan de noordkust van Frankrijk en de zuidkust van Engeland;
...AKKER, m. (-s), met graan bezaaid veld.