Gepubliceerd op 13-09-2018

Kardinaal

betekenis & definitie

1.

KARDINAAL, m. (...nalen), (R. K.) hooge waardigheidsbekleder en lid van den raad des Pausen, zitting en stem hebbende in eene algemeene Kerkvergadering en in het conclaaf, waarin een nieuwe Paus gekozen wordt. Er zijn drie klassen van kardinalen : 6 zijn kardinaal-bisschop, 50 zijn kardinaalpriester en 14 kardinaaldiaken;
— (nat. hist.) Virginische nachtegaal, een fraai zingende vogel (coccoborus).
2.
KARDINAAL, v. een drank, bereid uit witten wijn, oranjeappelen en suiker.

< >