kardinaal
...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn., voornaamste, hoofd-, meest in vaste verb.: de vier kardinale deugden, de hoofddeugden; — de kardinale getallen, de hoofdtelwoorden; — het kardinale punt, het voornaamste in zekere aangelegenheid; — een kardinale fout, een fout die het geheel bederft; II. zn. m. (...nalen), 1. (R.-K.) titel van...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(1985) (spoorw.) bijnaam van bepaald type locomotief. Vanwege de paarse kleur. • (G.J. Paulus & K. Worp: Op de stoomlocomotief. 1985) • (Wim Daniëls: Werk-woorden. Foempen. Bram-pijn en andere bijzondere woorden in bedrijven en instellingen. 1997)
Wiktionary (2019)
kardinaal - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) hoge geestelijke in de hiërarchie van de Rooms-Katholieke Kerk, hij mag deelnemen aan de verkiezing van een nieuwe paus 2. (vogels) een zangvogel uit het geslacht Cardinalis of Pheucticus kardinaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. voornaamste ♢ De vijf me...
Muiswerk Educatief (2017)
kardinaal - zelfstandig naamwoord uitspraak: kar-di-naal 1. hoogste katholieke geestelijke in een land ♢ de kardinaal van Nederland woont in Haarlem Zelfstandig naamwoord: kar-di-naal de kardinaal ...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. cardinalis = hoofd-, hoofdpersoon, lett.: tot de cardo (deurhengsel) behorend] I zn (rk) een der hoogste rk hoogwaardigheidsbekleders (de kardinalen zijn meestal belast met speciale bestuurstaken onder supervisie van de paus, na diens dood komen allen te zamen om een nieuwe paus te kiezen); II...
drs. L.A. Beeloo (1981)
1. belangrijkste, voornaamste; het kardinale punt: waar het precies om gaat, een kardinale fout: een beslissende fout; 2. drager van de hoogste kerkelijke waardigheid na de paus. Wordt door de paus persoonlijk benoemd wegens bijzondere verdiensten. Het kardinalaat ontvangt men niet door een wijding, maar door een plechtige installatie. Ofsch...
Dr. E. Schröder (1980)
Het Latijnse woord cardo betekent: deurpen. In vroeger tijd draaiden deuren niet op hengsels aan de zijkant, maar op pennen die pasten in gaten in de boven- en benedendrempel. Reeds in het Latijn betekende cardo ook: datgene waarom de zaak draait, het hoofdpunt. Van dit woord is kardinaal afgeleid, zowel als bijvoeglijk als ook als zelfstandig naam...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: