Wat is de betekenis van Kardinaal?

2025-06-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kardinaal

I. bn., voornaamste, hoofd-, meest in vaste verb.: de vier kardinale deugden, de hoofddeugden; — de kardinale getallen, de hoofdtelwoorden; — het kardinale punt, het voornaamste in zekere aangelegenheid; — een kardinale fout, een fout die het geheel bederft; II. zn. m. (...nalen), 1. (R.-K.) titel van...

2025-06-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kardinaal

(1985) (spoorw.) bijnaam van bepaald type locomotief. Vanwege de paarse kleur. • (G.J. Paulus & K. Worp: Op de stoomlocomotief. 1985) • (Wim Daniëls: Werk-woorden. Foempen. Bram-pijn en andere bijzondere woorden in bedrijven en instellingen. 1997)

2025-06-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kardinaal

kardinaal - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) hoge geestelijke in de hiërarchie van de Rooms-Katholieke Kerk, hij mag deelnemen aan de verkiezing van een nieuwe paus 2. (vogels) een zangvogel uit het geslacht Cardinalis of Pheucticus kardinaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. voornaamste De vijf me...

2025-06-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kardinaal

kardinaal - zelfstandig naamwoord uitspraak: kar-di-naal 1. hoogste katholieke geestelijke in een land ♢ de kardinaal van Nederland woont in Haarlem Zelfstandig naamwoord: kar-di-naal de kardinaal ...

2025-06-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Kardinaal

[Lat. cardinalis = hoofd-, hoofdpersoon, lett.: tot de cardo (deurhengsel) behorend] I zn (rk) een der hoogste rk hoogwaardigheidsbekleders (de kardinalen zijn meestal belast met speciale bestuurstaken onder supervisie van de paus, na diens dood komen allen te zamen om een nieuwe paus te kiezen); II...

2025-06-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Kardinaal

kerkelijke waardigheidsbekleder; zangvogel; wijn met vruchten en suiker; voornaamste

2025-06-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Kardinaal

1. belangrijkste, voornaamste; het kardinale punt: waar het precies om gaat, een kardinale fout: een beslissende fout; 2. drager van de hoogste kerkelijke waardigheid na de paus. Wordt door de paus persoonlijk benoemd wegens bijzondere verdiensten. Het kardinalaat ontvangt men niet door een wijding, maar door een plechtige installatie. Ofsch...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-25
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Kardinaal

Het Latijnse woord cardo betekent: deurpen. In vroeger tijd draaiden deuren niet op hengsels aan de zijkant, maar op pennen die pasten in gaten in de boven- en benedendrempel. Reeds in het Latijn betekende cardo ook: datgene waarom de zaak draait, het hoofdpunt. Van dit woord is kardinaal afgeleid, zowel als bijvoeglijk als ook als zelfstandig naam...