Gepubliceerd op 13-09-2018

Jeugdig

betekenis & definitie

JEUGDIG, bn. bw. (-er, -st), jong, in de jeugd, dat aan de jeugd eigen is of past: een jeugdig meisje; op jeugdigen leeftijd is zij overleden; jeugdige onbezonnenheid; wakker, levendig : die oude vrouw ziet er nog zoo jeugdig uit;

— (van vleesch enz.) sappig, malsch, met veel jeugd. JEUGDIGHEID, v.