INLEG, m. geld. dat ingelegd wordt (b. v. in eene spaarbank, eene loterij, in een gezelschapsspel, in den handel enz.);
— binnengoed van eene sigaar; (naaist.) ingelegd gedeelte, zoom, plooi: de inleg van eene japon;
— (schoenm.) deel van den schoen (vaak van papier in plaats van leer).