Gepubliceerd op 24-02-2020

Handel

betekenis & definitie

Het begrip handel heeft 3 verschillende betekenissen:

1. handel - HANDEL, m. onderlinge koop en verkoop van goederen, waarden enz., het bedrijf dat ten doel heeft den ruil der goederen naar de behoeften van vraag en aanbod handel drijven, handelaar zijn, den handel uitoefenen;
— in den handel gaan. handelaar, koopman worden:
— iets in den handel brengen, het verkrijgbaar stellen;
— niet in den handel (van boeken), alleen voor vrienden of belanghebbenden gedrukt;
— de wetten op den handel, waarbij de verhouding tusschen kooper en verkooper enz. geregeld is;
— eene plaats met veel handel, waar veel handel gedreven wordt;
— de handel bloeit, kwijnt; binnen- en buitenlandsche handel;
— de handel op Amerika, die op Amerika gedreven wordt;
— de Engelsche handel, de geheele handel van Engeland;
— (ook collectief) de gezamenlijke handelaren de Amsterdamsche handel;
— (als bedrijf) de handel in granen, in effecten; de geldhandel, wisselhandel; de koffiehandel;
— (ook) nering: wijnhandel, boekhandel; handel in koffie en thee. in steenkolen.

2. handel - HANDEL, m. wijze van handelen, gedrag: iemands handel en wandel;
— (Zuidn.) geschiktheid: geen handel van geld hebben, niet weten er mede om te gaan.

3. handel - HANDEL, m. (-s), (Eng. handle) een handvat of hefboom aan stoommachines, kanonnen; handvat aan fietsen enz.