Gepubliceerd op 24-02-2020

Hoefslag

betekenis & definitie

Het begrip hoefslag heeft 2 verschillende betekenissen:

1. hoefslag - HOEFSLAG m. (-en), (van een paard) slag met den hoef; (inz.) het spoor, het indruksel door het slaan van den paardenhoef op den weg gemaakt: (w. g.) er is spoor noch hoefslag van te vinden, (fig.) er is niets van te ontdekken;
— (rijsch.) op één hoefslag heet de gang van een paard, wanneer voor- en achterhand in hetzelfde spoor gaar; op twee hoefslagen, wanneer dit niet het geval is.

2. hoefslag - HOEFSLAG m. (-en), (hist. en gew.) het aandeel waarvoor een ingeland in het onderhoud van een dijk of weg is aangeslagen, dat gedeelte hetwelk hij in orde moet houden (het onderhoud werd omgeslagen over de verschillende hoeven of hofsteden, naar gelang van hare grootte); (zegsw.) dat is buiten mijn hoefslag, daar heb ik niets mede te maken, dat is buiten mijne bevoegdheid; (ook) aangewezen staanplaats, post (van troepen); (fig.) iets op zijn hoefslag brengen, het op de aangewezen, de juiste plaats invoegen.